Als je een koopwoning hebt weten te bemachtigen, dan zijn ellendige gebeurtenissen die jou en je portemonnee kunnen treffen misschien het laatste waar je denkt.

Bovendien is op de huizenmarkt al jaren sprake van een hittegolf, dus de kans is groot dat je de woning, al dan niet met dikke winst, kan verkopen als je in de problemen komt. Maar wil je dat ook?

De grootste risico’s die huiseigenaren financieel hard kunnen raken, zijn op zijn zachts gezegd niet bepaald om vrolijk van te worden. De kans is groot dat je je in deze situaties niet wil bezighouden met de verkoop van je woning en een verhuizing.

Intermediair Van Bruggen Adviesgroep zette in zijn meest recente nieuwsbrief de grootste risico’s voor huiseigenaren op een rijtje en hoe je voor een vangnet kunt zorgen. Dit zijn ze:

1. Jij of je partner komt te overlijden

Jij of je partner kunnen natuurlijk plotseling het loodje leggen en de meeste huiseigenaren zijn daar wel voor verzekerd. Lange tijd was het voor de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) en bij veel geldverstrekkers, verplicht om bij het afsluiten van een hypotheek ook een overlijdensrisicoverzekering af te sluiten. Maar dat is sinds 2018 niet meer het geval. Als je een huis koopt met partner en/of kinderen dan is het risico op overlijden meestal toch wel verzekerd. Een overlijdensrisicoverzekering is namelijk niet duur.

"Een 30 jarige niet-roker betaalt bij de meeste verzekeraars nog geen 10 euro per maand voor een annuïtair dalende overlijdensrisicoverzekering met een verzekerd bedrag van 250.000 euro", aldus Van Bruggen Adviesgroep.

Bovendien is de kans dat je overlijdt in de 30-jarige looptijd van de hypotheek relatief klein. "Bij een 30-jarige is die kans 4 procent", aldus de intermediair. Uiteraard wordt het risico op overlijden groter als je rookt of wat ouder bent. De premie voor de overlijdensrisicoverzekering valt dan ook hoger uit.

Dit gezegd hebbende is het niet verstandig om klakkeloos een hypotheek af te sluiten zonder overlijdensrisicoverzekering. Ga eerst na of je al verzekerd bent.

2. Je (of jouw partner) raakt arbeidsongeschiktheid

De meeste huizenkopers verwachten niet dat ze binnen 30 jaar overlijden, wat in de meeste gevallen ook klopt. Maar ze zijn minder goed in het voorspellen van arbeidsongeschiktheid. De kans om binnen 30 jaar arbeidsongeschikt te raken, is ruim twee keer zo groot als de kans op overlijden, schrijft Van Bruggen. "De kans dat een 30-jarige gedurende de 30-jarige looptijd van de hypotheek in de WIA terechtkomt, is 9 procent."

Hoewel de kans op arbeidsongeschiktheid veel groter is dan op overlijden wordt dit veel minder verzekerd, merkt de intermediair. Dit komt omdat huizenkopers al via hun werkgever verzekerd zijn, of men verwacht dat de partner meer gaat werken als een van de twee uitvalt. In andere gevallen heeft de huiseigenaar een buffer waarmee het geslonken inkomen tijdelijk kan worden opgevangen.

Maar vaker denken mensen dat arbeidsongeschiktheid hen toch niet overkomt. Volgens Van Bruggen laten de cijfers iets anders zien. Het gaat vaker mis dan men zou willen. Je raakt niet alleen arbeidsongeschikt als je een zwaar beroep als bouwvakker hebt en van een steiger valt. "Een ongeluk zit in een klein hoekje, bijvoorbeeld in het verkeer", aldus Van Bruggen.

Bovendien zijn zzp'ers niet automatisch verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid. En degenen die wel een dienstverband hebben, onderschatten vaak de uitkering van de werkgever. "Mensen denken vaak aan ongeveer 70 procent van het loon bij arbeidsongeschiktheid, maar het gros wordt voor 30 tot 60 procent arbeidsongeschikt verklaard. Soms houd je dan maar 20 procent van je loon over. Dat heeft de gemiddelde Nederlander niet in de gaten”, zei Jeroen Wolfsen, adviseur van financieel adviesbureau MoneyWise eerder tegen Business Insider.

Lees in dit verband: Slapeloze nachten over je hypotheek? Misschien is een woonlastenverzekering iets voor jou

Hoe duur een verzekering tegen arbeidsongeschiktheid is, hangt af van de dekking en de uitkeringsduur. Daarnaast maakt het uit welk soort verzekering je afsluit.

Kies je voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering of een woonlastenverzekering? Een woonlastenverzekering is meestal gericht op werknemers terwijl een arbeidsongeschiktheidsverzekering vaak voor ondernemers is, hoewel daar wel uitzonderingen op bestaan. Met de arbeidsongeschiktheidsverzekering verzeker je een groter bedrag, namelijk je inkomen.

De uitkering kan van lange duur zijn. Een woonlastenverzekering gaat, zoals de naam aangeeft, uit van woonlasten en wordt meestal afgesloten voor een periode van 10 jaar. "Dat maakt dat de premie tussen de twee soorten verzekeringen flink kan verschillen”, aldus Jeroen Wolfsen eerder tegen Business Insider.

Volgens Van Bruggen Adviesgroep betaalt een 30-jarige voor een 10-jarige woonlastenverzekering, met als dekking een maandelijkse uitkering van 800 euro, nog geen 10 euro per maand. "Hoe uitgebreider je wensen, hoe hoger de premie wordt."

3. Je raakt werkloos

Op dit moment staan bedrijven te springen om personeel, toch bestaat de kans dat je werkloos raakt. In dat geval gaat je inkomen achteruit. Mensen in loondienst zijn hiervoor verzekerd, zzp'ers moeten zelf voor een vangnet zorgen in de vorm van een spaarbuffer. Een aantal verzekeraars biedt een woonlastenverzekering waarin ook bij werkloosheid wordt uitgekeerd. Let wel: de uitkering die hieruit voortvloeit is van beperkte duur.

Werknemers hebben recht op een WW-uitkering, maar ook zij moeten opletten dat ze de hoogte daarvan niet overschatten. De meeste werkenden denken bij een WW-uitkering aan 70 procent van het brutoloon, maar uitkeringsinstantie UWV gaat uit van het sociale verzekeringsloon (sv-loon). Dat kan hoger of lager uitvallen dan het brutoloon. De uitkering kan dus meevallen of tegenvallen.

Ook voor werkenden met een hoog inkomen ligt een teleurstelling op de loer als zij uitgaan van het brutoloon. Wie anderhalf keer modaal verdient, ziet bij werkloosheid een groter deel van het inkomen slinken dan mensen met lagere inkomens. Dat komt omdat het UWV bij het berekenen van de uitkering uitgaat van een maximaal dag- en maandloon.

Lees in dit verband: Voor de hoogte van je WW-uitkering kijkt het UWV naar je sv-loon, maar wat is dat eigenlijk?

4. Je relatie loopt op de klippen

Ook het einde van een relatie is een risico dat veel mensen onderschatten. Een op de drie huwelijken strandt, schrijft Van Bruggen Adviesgroep, en dat binnen de 30-jarige looptijd van een hypotheek. De kans dat een huwelijk al binnen 10 jaar eindigt, is 18 procent. En dit zijn de huwelijken; als samenwonen wordt meegeteld, lopen nog veel meer relaties op de klippen.

Het gros van de huizenkopers (80 procent) hield bij het afsluiten van de hypotheek geen rekening met een scheiding of relatiebeëindiging, bleek onlangs uit onderzoek van MUNT Hypotheken en NHG, de garantie die er onder voorwaarden voor zorgt dat huizenbezitters niet met een restschuld achterblijven als ze de hypotheeklasten niet kunnen betalen. Wel had meer dan de helft overlijden meegewogen. En dat terwijl een dikke meerderheid van 60 procent die een beroep doet op NHG de woonlasten niet meer kan opbrengen als gevolg van een break-up.

Je kunt je niet verzekeren tegen een uitdovende liefdesvlam, maar er zijn wel andere maatregelen die je kunt nemen om ervoor te zorgen dat je niet op een houtje hoeft te bijten als de liefde over is. Denk hierbij aan het afsluiten van een NHG-hypotheek of een huis kopen op één inkomen.

Lees in dit verband: Denk aan deze 6 dingen als je een hypotheek afsluit… voor als je relatie op een scheiding uitloopt

Lees meer over hypotheken: